Meten is weten

IMG 3375

Terwijl ik deze blog schrijf, sta ik met de camper op een camping vlakbij Utrecht. Met de kinderen en kleinkinderen hier niet ver vandaan, is dit voor ons een heel fijne plek. Ze komen regelmatig langs voor een kopje koffie of eten een hapje mee. Deze week komt onze kleinzoon weer een paar nachtjes logeren. Toen hij twee jaar geleden voor het eerst in de camper mocht logeren, vertelde hij de hele camping trots dat het zíjn camper was. Hij vindt het maar vervelend dat de camper in de winter in de stalling moet. Hij vraagt dan ook regelmatig: ‘Oma heeft de camper het nog koud?’, in de hoop dat we weer snel met hem op pad gaan. Dit blog gaat echter niet over kleinkinderen en campers maar over de pasvorm van kleding.

Als je voor jezelf kleding wil gaan haken, is de eerste stap het kiezen van een patroon en vinden van bijpassend garen. Let daarbij heel goed op dat het garen zoveel mogelijk overeenkomt met het geadviseerde garen in het patroon. Kijk dan naar de maat haaknaald die gebruikt wordt in het patroon. Wordt die maat haaknaald ook geadviseerd op het etiket van het door jou gekozen garen? En wat is de looplengte van het garen, dat staat ook op het etiket. De looplengte zegt heel veel over de dikte van het garen. Je kunt ervan uitgaan dat bij minder meters op een bol van 50 gram het garen dikker is dan op een bol met meer meters. Vergelijk de looplengte van jouw garen met de looplengte van het geadviseerde garen.

Het proeflapje

Zoek in het patroon op hoeveel steken en toeren er nodig zijn voor een proeflapje van 10 bij 10 cm. Kijk nu op het etiket van je garen, hoeveel steken en toeren zijn daar aangegeven voor een proeflapje? Komt dat overeen met het proeflapje van je patroon? Het is echt belangrijk dat je nu zelf een proeflapje gaat haken. Je hand van haken, strak of los, heeft veel invloed op de uiteindelijke maat. Ook het gebruikte materiaal kan verschil maken. Het ene materiaal rekt misschien wat meer mee dan het andere.

Je eigen maat

De volgende stap is het bepalen van de voor jou juiste maat. Hiervoor is het belangrijk dat je je eigen maten, of de maten van de persoon waarvoor je gaat haken, nauwkeurig opmeet. Vergelijk die maten met de matentabel van het patroon. Ook al lijkt het of je ineens één maat groter moet maken dan je gewend bent, dat geeft niks. Het is maar een getal! Het gaat erom dat je kledingstuk goed past en er mooi uitziet, dan heb je er het meeste plezier van. Welke maat je uiteindelijk gekozen hebt, weet toch verder niemand. Geen mens is standaard, dus zul je merken dat je bijvoorbeeld qua maat van de mouwen in een andere maat valt dan de maat van de borstomvang. Zorg dat je daar dan rekening mee houdt bij het haken!

Schermafbeelding 2022 08 10 om 10.23.08

Het meten

Gebruik voor het opmeten een centimeter oftewel meetlint, houd het gladgetrokken om het lichaam. Zorg dat het niet gedraaid zit. Meet jezelf in je ondergoed of in een laagje strak zittende kleding. Een hemdje en legging bijvoorbeeld is ideaal. Vraag eventueel of iemand je helpt bij het opmeten. Zo kun je zelf ontspannen staan terwijl iemand anders je maten neemt. Denk eraan dat de lengtes worden gemeten van boven naar beneden en de omvang rondom. Zoals borstomvang, taille en heupbreedte. Trek het meetlint niet te strak aan maar laat het je lichaam losjes omsluiten. Noteer je maten (bijvoorbeeld in onderstaande tabel) en bewaar het voor een volgende keer.

maten

En nu?

Nu weet je welke maat je moet gaan haken. Kies liever een iets grotere maat dan een kleinere, tenzij je een losse hand van haken hebt. Zoek nu in het patroon de toer op met de meeste steken. Als de trui of het vest van beneden naar boven gehaakt wordt, zal dat meestal de toer na de boord zijn. En als het van boven naar beneden wordt gehaakt zal dat de toer ter hoogte van onderkant armsgat zijn. Denk er wel aan dat een trui of vest een voor- en achterkant heeft dus dat je steken van beide panden op moet tellen. Behalve natuurlijk als de voor- en achterkant in zijn geheel gehaakt worden. Tel de toer met de meeste steken, van zowel voor- als achterkant, bij elkaar op. Dat is het aantal lossen dat je nu gaat haken plus keerlosse(n). Haak op deze lossen nu een toer in de steek van het patroon. Pas nu het gehaakte om het breedste deel van je lichaam, je borst- of heupomvang. Zit het te strak of juist te los, dan weet je dat je beter een andere maat kunt nemen. Of een andere maat haaknaald. Het lijkt allemaal veel gedoe maar voorkomt dat de trui of het vest niet de juiste pasvorm heeft. Beter ten halve gekeerd dan ten hele…… Let tenslotte nog op de lengtes, bij mij zijn truien vaak te kort maar de mouwen weer te lang. Als je goed oplet bij het haken, kun je dat al hakende aanpassen.

Ondanks het mooie weer deze zomer, zijn de avonden buiten de camper best koel. Ik denk dat ik een vest ga haken, ook om mijn armen te bedekken tegen die nare muggen! Mijn maten heb ik en het materiaal ook. Ik hoop dat jullie wat gehad hebben aan de informatie in deze blog. Ik hoor graag jullie ervaringen! De volgende blog ga ik het over kleur hebben. Groet en tot de volgende blog!

Marja Waalwijk

Wil je meer handige tips lezen, voor als je bijvoorbeeld een muts gaat haken, lees dan deze blog van Marja!

Andere blogs

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *