Hoe gebruik je een draadje als steekmarkeerder?

Voor amigurumi wordt altijd aangeraden om steekmarkeerders te gebruiken. Dit zijn markeerders die je plaatst op een steek om aan te geven waar je toer begint of eindigt. Hierdoor kun je goed zien of je geen steken vergeten bent en dat je haaksel er dus helemaal zo uit komt te zien als het patroon. In deze blog leg ik het markeren van steken uit voor amigurumi (een gehaakt knuffeltje), maar je kan deze methode ook gebruiken voor bijvoorbeeld kleding of dekens. Ik gebruik daarbij een draadje als steekmarkeerder!

Zelf vind ik steekmarkeerders soms wat groot en irritant haken, vooral als je een hele kleine amigurumi aan het haken bent. Daarom leer ik jullie vandaag een andere manier van steken markeren: het gebruik van een stukje garen als steekmarkeerder! Dit heeft hetzelfde effect als steekmarkeerders, maar dan zonder steekmarkeerder 😛

Het enige wat je nodig hebt is een stukje garen, meestal gebruik ik een stukje van ongeveer 10-15 cm lang, maar als je een amigurumi maakt met heel veel toeren kan je ook een langer stuk gebruiken.

Wil je de steekmarkeerder op meerdere plekken in een toer plaatsen, bijvoorbeeld aan het begin van de toer en halverwege, dan kun je gewoon meerdere draadjes gebruiken. Het is dan handig om verschillende kleuren te gebruiken, zodat je ze niet door elkaar haalt.

In dit voorbeeld laat ik deze 3 stappen meerdere keren zien.

Stap 1 – Dit is hoe je begint. Je bent hier net aan het einde van een toer en je wilt deze plek onthouden. Je draadje zit aan één kant van het haaksel.

Stap 2 – Vouw je draadje naar de andere kant toe

Stap 3 – Haak over je draadje heen in de volgende steek. Je draadje zit nu tussen de oude en nieuwe toer in, waardoor je altijd kan zien waar je toer begon. Haak nu verder zoals je normaal ook doet.

Als je weer bij dit draadje aangekomen bent, weet je dat je toer weer voorbij is. Je kan het draadje dan weer over het haakwerk vouwen en er overheen haken zodat je ook deze plek onthoudt. Na een tijdje heb je dan een streepjeslijn over je werk heen die laat zien waar je toeren beginnen. Omdat je hier steeds het begin van een toer aangeeft, kun je hierdoor ook makkelijk je toeren tellen.

Is je stukje garen op terwijl je nog bezig bent met haken? Dan kun je gewoon een nieuw stukje gebruiken! Het handigste is als je het uiteinde van het garen aan de binnenkant doen, zodat je helemaal niet merkt dat je eigenlijk een nieuw stukje garen hebt gepakt. Je hoeft de stukjes ook niet aan elkaar te knopen.

Als je klaar bent met haken, kan je het draadje nog gebruiken om makkelijk te tellen op welke toer je bijvoorbeeld de oogjes moet vastmaken. Ben je echt helemaal klaar met je werk en hoef je niks meer te tellen? Dan kan je het draadje makkelijk weer uit het werk trekken. Volgende keer dat je haakt, kan je dan gewoon weer hetzelfde draadje gebruiken! Dat is ook nog eens heel duurzaam en ik weet zeker dat onze blogger Marieke dat ook kan waarderen 😉 (lees hier de blog van Marieke over het haken van duurzame wattenschijfjes).

Kenden jullie deze manier al? En, gebruiken jullie zelf ook stekenmarkeerders? Laat het ons weten in de comments!

Gebruik je nou toch liever steekmarkeerders in plaats van een draadje, dan kun je hele leuke markeerders shoppen bij bijvoorbeeld Studio Woord&Draad. Ben je lid van Gek op Haken? Vergeet dan niet de kortingscode voor 10% korting in de webshop, de kortingscodes vind je hier.