Een kroon op je haakwerk
Heel wat jaren geleden was ik samen met mijn echtgenoot voor het eerst op bezoek bij een collega van hem. We weten allemaal dat een bezoek aan mensen die je niet kent, super ongemakkelijk kan zijn. Zo ook dit bezoek, ik zat in een hoek van de kamer recht onder een mooie kroonluchter met echte kaarsen. Na een tijdje voelde ik iets warms druppelen langs mijn wang. Toen ik naar boven keek, zag ik dat een van de kaarsen scheef stond en dat het kaarsvet langs de kandelaar op mijn hoofd was gedropen. Daar zat ik dus met een hoofd vol met kaarsvet. De gastheer schaamde zich dood en ik niet minder. Ik heb er een week over gedaan om het kaarsvet uit mijn toen nog lange krullende haar te krijgen.
De kroonluchter als statussymbool
Als je een kasteel bezoekt, zie je er bijna altijd wel eentje hangen: de kroonluchter. Deze hangende lamp zorgt niet alleen voor licht, maar heeft vaak ook een decoratieve functie. Daarom is hij vaak te vinden in statige publieke ruimtes, zoals kerken en chique hotels. De eerste kroonluchters deden tijdens de middeleeuwen hun intrede. Volgens diverse historische bronnen, hingen er in de elfde eeuw al kroonluchters in Engelse kloosters. Deze waren van hout en eenvoudig van uitvoering.
Vanaf de vijftiende eeuw namen de kroonluchters complexere vormen aan. Ze kregen cirkel- en kroonvormige ontwerpen en werden steeds rijkelijker van decoraties voorzien. Bovendien werden ze in toenemende mate van metaal gemaakt, dat soms verguld werd. Dit maakte kroonluchters ook een stuk duurder. Wie een kroonluchter wilde, moest daarvoor gespecialiseerde ambachtslieden laten komen. Hierdoor ontwikkelde de kroonluchter zich tot een statussymbool. Wie zich een kroonluchter kon veroorloven, moest immers wel heel rijk zijn. Het meest extreme geval was koning Lodewijk XIV van Frankrijk. Voor de Spiegelzaal in zijn paleis in Versailles schafte hij maar liefst 20 kristallen kroonluchters aan, waardoor er samen met de vele kandelaars 20.000 kaarsen nodig waren om de zaal te verlichten.
Een ‘kroonluchter’ haken
De naam kroonluchter is opgebouwd uit het woord kroon, dat is de vorm die op een kroon lijkt, Het deel ‘luchter’ geeft aan dat het lichtgevend of licht doorlatend is. Als je naar de vele voorbeelden van gehaakte kroonluchters kijkt, is de vorm van een kroon bij de meeste niet echt meer te vinden. Maar het deel luchter wel, het haakwerk van de kroonluchter laat makkelijk het licht door. Het leuke is ook dat het licht door het haakwerk grappige schaduwvormen op de omgeving werpt.
Zelf een kroonluchter maken behoort voor eenieder meer tot de mogelijkheden dan het aanschaffen van een echte kroonluchter. Je kunt ze maken voor in je huis, caravan, camper of voor in de tuin. Je kunt er solar lampjes in doen of lampjes op batterijen. Maar je doet er nooit echte kaarsen in!
Op Gek op haken zijn ook patronen van kroonluchters te vinden: Kroonluchter Fien, een ontwerp van Dorine Brökling. En kroonluchter Pavone van Antoinette van Schaik.
Heb jij al eens een kroonluchter of lamp gehaakt? Laat het weten in een reactie op deze blog! Ook een foto zou leuk zijn.
Tot blogs!
Groet,
Marja Waawijk / tjeempie.com
Reacties