Hoe haak je driehoeken en vierkanten?

Als je wilt haken, is het handig als je weet hoe je verschillende vormen haakt. Eerder heb ik blogs geschreven over het haken van verschillende vormen. In de vorige blogs heb ik het gehad over cirkels, ovalen, cilinders, balletjes en kegels. Maar er zijn natuurlijk nog heel veel andere soorten vormen! Vandaag gaan we het daarom hebben over: Hoe haak je driehoeken en vierkanten?

Want hoe haak je die verschillende vormen dan? Dat zal ik nu uitleggen. Ik leg het uit voor een kleine driehoek en vierkant, maar als je een grotere versie wilt maken, moet je het ritme gewoon vaker herhalen. Als je ziet dat er elke rij 1 steek meer gehaakt wordt op een bepaalde plek, kun je dit op die plek herhalen totdat je vorm de juiste grootte heeft. Dit deel wat iedere ronde verandert, heb ik dikgedrukt gemaakt, zodat je goed ziet wat er gebeurt. Als je een grotere of kleinere vorm wilt maken, moet je dit deel dus aanpassen.

De afkortingen die ik gebruik zijn:

• v (vaste)
• 2v in vlg v, of 3v in vlg v (2 of 3 vaste in de volgende vaste: meerderen)
• 2v samen, of 3v samen (haak 2 of 3 vasten samen: minderen)
• (…) 6x – herhaal hetgeen tussen de haakjes 6 keer
• […] – hoeveelheid steken

De steken die in deze blog worden gebruikt, worden heel handig uitgelegd op ons YouTube kanaal.

Vierkant

1. 4v in magische ring [4]
2. (3v in vlg v) 4x [12]
3. (3v in vlg v, 2v) 4x[20]
4. (3v in vlg v, 4v) 4x[28]
5. (3v in vlg v, 6v) 4x[36]

Driehoek

1. 4v in magische ring [6]
2. (3v in vlg v, v) 3x [12]
3. (3v in vlg v, 3v) 3x [18]
4. (3v in vlg v, 5v) 3x [24]
5. (3v in vlg v, 7v) 3x [30]
6. (3v in vlg v, 9v) 3x [36]

Heb je een bepaalde vorm waarvan je graag wilt weten hoe je hem haakt? Laat het ons weten in de comments! Misschien kunnen we die volgende keer wel behandelen.