Gaatjes in je haakwerk vermijden

20230709 192550 01

Ik las vorig jaar in het haakcafé deze vraag ‘Hoe kan je gaatjes vermijden in je haakwerk?’. Dat was voor mij een prikkel om daarover een blog te schrijven. Dit is die blog. Ik geef je hierin enkele tips uit eigen ervaring mee, zo gaan we proberen die gaatjes in ons haakwerk “buiten” te houden, hihi.

Gaatjes in je haakwerk vermijden

Bij de aankoop van je garen staat op de wikkel meestal welke maat haaknaald je het beste kan gebruiken. Dit is een richtlijn die je best kan aanhouden. Zelf haak ik heel los en durf ik nogal eens een halve millimeter haaknaald kleiner te kiezen, dan aangegeven is in het patroon of op de wikkel. Zo heb ik ook al minder kans dat mijn haaknaald te groot is en ik gaatjes creëer in mijn haakproject. Dat is vooral belangrijk bij het haken van amigurumi, omdat je in de gehaakte onderdelen vulling gaat doen en je niet wil dat dit door de ‘gaatjes’ van je gemaakte steken komt. Bij amigurumi wordt daarom vaak aangeraden om altijd een iets kleinere haaknaald (0,5 of 1 mm kleiner) te gebruiken dan op de wikkel van het garen staat vermeld.

De lus om je haaknaald trek je ook best aan, om de haaknaald. Zo maak je je steken ook hetzelfde en zijn ze niet te los.

20230709 192726 01

Voorbeeld (zie foto hieronder):

  • Te grote haaknaald! Aanbevolen 3 mm à 3,5 mm. Ik gebruikte 5,5 mm.
  • De beginlus liet ik veel te ver af van mijn haaknaald, waardoor de vasten heel los gehaakt zijn en gaten maken in mijn haakwerk.
20230709 192550 01
Dit krijg je als je een te grote haaknaald gebruikt

Wie heel erg vast haakt, zal ook minder gaatjes in het haakwerk terugvinden. Dit omdat je de steken vaster en dichter na elkaar gehaakt hebt. Zorg er dan wel voor dat je haakwerk nog soepel is, door de steken niet al te vast door te halen. Want dan heb je kans dat je werk stug gaat aanvoelen…en dat kan niet de bedoeling zijn.

Wat ook helpt is om je draad, die je nodig hebt om de steken te maken, niet al te strak vast te houden. Ik haak met mijn haaknaald in de rechterhand en hou mijn draad in mijn linkerhand vast. Deze trek ik dus niet strak aan, maar die draad glijdt geleidelijk aan over mijn vinger, om zo de steken te haken. Doe je dit te los, dan kan het ook zijn dat je gaten maakt in je haakwerk.

Wist je dat je ook een draadspanningsregelaar zelf kan haken? Klik hier voor de blog.

IMG 20210718 183657 01
Zelfgehaakte draadspanningsregelaar

Bij het minderen van steken haak je bijvoorbeeld twee vasten samen. Dat wordt ook benoemd als ‘onzichtbaar minderen’. Daarbij haak je door de 2 voorste lussen alleen, in plaats van door de beide ‘v’tjes’ van de vaste steek. Zo zal je de overgang (die anders gaatjes kan maken) ook minder zien. Ook bij het samenhaken van halve stokjes of stokjes kan je deze methode gebruiken. Je mag bij het minderen van steken, na de mindering ook de draad wat lichtjes aantrekken.

Bij het haken van amigurumi start je meestal met een magische ring. Trek die goed aan, zo krijg je geen gat als je de knuffel gaat vullen. Wat ook helpt, is om 2 lossen te haken en dan de eerste steken rondom in de eerste losse te haken. Je haakt dan in het rond in dezelfde eerste losse voor de eerste toer. Je kiest wat je zelf het mooist of fijnst vindt om te gebruiken.

En vooral veel oefenen, haken en steken uitproberen.

Haak ze!

Groetjes Sofie

Andere blogs

Reacties

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *