Hoe lees je een haakschema?

Ik weet dat niet iedereen een fan is van haakschema’s of diagrammen. Ikzelf heb ook jaren gehaakt voordat ik een beetje doorkreeg hoe zo’n schema in elkaar zat en hoe je het moest lezen.

Daarom ga ik je in deze blog wat tips geven, zodat jij met een haakschema aan de slag kan gaan…want als je eenmaal doorhebt hoe het werkt, is het supereenvoudig èn best wel handig! Het belangrijkste is dat je weet wat de symbolen betekenen.

En bedenk: als het niet lukt is dat helemaal niet erg; er is niets mis met het volgen van de tekst van een patroon!

Wat is een haakschema?

Allereerst; wat is een haakschema? Het is een overzicht van een patroon met allerlei symbolen die we internationaal hebben afgesproken. Het voordeel is dus dat een haakschema van een onleesbaar Russisch of Japans patroon vaak wel te volgen is, omdat het alleen symbolen zijn en geen tekst.

Hieronder zie je een voorbeeld van gebruikte symbolen. Bij de meeste schema’s staan de symbolen ook nog eens extra genoemd, in een zogenaamde legenda.

Soms is het handig om een schema te volgen als toevoeging op de tekst. Een tekst kan namelijk weleens wat ingewikkeld of onduidelijk geschreven zijn. Dan is een schema juist weer makkelijk om te volgen. In een schema zie je gelijk in welke steek je moet steken, ook als de ontwerper het wat onduidelijk heeft genoteerd.

Hoe lees je een haakschema?

Ik leg je 2 verschillende schema’s uit; voor ‘heen en weer haken’ en ‘in het rond haken’. Dat doe ik aan de hand van schema’s van 2 gratis patronen van Gek op Haken: een granny square en een omslagdoek.

Allereerst de granny square: dit is een granny uit mijn eigen patroon van de vrolijke knijperzak.

Een granny square wordt altijd in het rond gehaakt. Je begint in het midden met een magische ring (= symbool van een spiraal/cirkel). De granny square bestaat uit 4 toeren en je leest elke toer tegen de klok in.

Dus toer 1 begint hier met 3 lossen en 2 stokjes in de ring. Daarna lees je verder volgens de richting van de blauwe pijl.

En dan als tweede voorbeeld een schema voor een patroon dat je heen en weer haakt: een stukje van een omslagdoek.

Haakschema’s voor het heen en weer haken lees je ook heen en weer. Maar let op: Je leest altijd de eerste toer van rechts naar links en de volgende toer van links naar rechts. Èn je leest van onder naar boven!

Aan het begin van elke toer staat een cijfer, zo weet je of je met een heengaande of teruggaande toer bezig bent. Staat het cijfer rechts? Dan haak je een heengaande toer (= goede kant van het werk). Staat het cijfer links, dan haak je een teruggaande toer (= de achterkant van het werk). Zie het schema hieronder.

Ook in dit patroon begin je met een magische ring en daarna volg je de symbolen vanaf nummer 1, je begint in dit geval dus met 4L, 1puffsteek, 1L, 1puffsteek, 2L, 1puffsteek, 1L, 1puffsteek, 1DST. Dat is je eerste toer. Is de toer af, dan keer je je werk en ga je verder vanaf nummer 2.

Tip! Print het haakschema uit en houd bij waar je bent met een potlood of een stift.

Heel veel succes!